Bij het onderzoeken van de herinnering, waarin de verhalen opgeborgen zijn, komen beeld en theorie bij elkaar. Dit is te zien in een aantal vroege
mnemonische technieken waarbij men gebruik maakte van een beeld om hetgeen wat weer teruggehaald moest worden uit de herinnering te ondersteunen en als begrippen aan een systeem toe te voegen.
Waarom? Gewoon omdat het soms makkelijker is als je weet dat de definitie van marketing op de tweede plank van je geheugenkast ligt, naast het geboortejaar van Madonna (omdat dat nou eenmaal grappig is en een impuls geeft aan een complexe herinnering, niet omdat je het hoofd van Madonna zou zien bij de definitie van marketing - hoewel dat ook weer niet zo vergezocht is en dat in 2095 misschien wel het geval is).
Beeld werkt ondersteunend aan woord. Beeld verbeeld het woord. Beeld maakt het woord levend.
Waar ik naar zoek is het beeld waarin de verhalen in het geheugen zich bevinden.
Hoe ziet dat er uit? Hoe ziet dat geheugen er uit? Hoe zien de verhalen in dat geheugen er uit? Zijn ze herkenbaar? Hoe groot is dat? Wat voor kleur heeft dat? Is het abstract of figuratief? Mogen anderen het ook zien? Is het een duidelijk beeld? Herkenbaar? Of juist onwerkelijk?
In gesprek met mijn tweede afstudeerbegeleider,
Tiemen Voorhorst, komen we op meerdere interessante inspiratiebronnen. Dit is nummer 1:
Jan Rothuizen.
Hier twee stukken van het werk
Fantasio - De Appel uit 2013.
Mythes, herinneringen en feiten van bezoekers verteld op papier.
|
Jan Rothuizen, Fantasio - De Appel, 2013 foto met tekening op film |
|
Jan Rothuizen, Fantasio - De Appel, 2013 muurtekening |
Jan Rothuizen
Beeldend kunstenaar Jan Rothuizen (1968) brengt de werkelijkheid in
kaart op een manier die lastig is te definiëren. Jan Rothuizen tekent en
beschrijft een werkelijkheid die persoonlijk is, maar niet fictief. Soms
journalistiek, maar vaker documentair. Hij spreekt als het ware over de
samensmelting van de on- en offline wereld.
Met zijn handgetekende plattegronden presenteert hij zijn verhalen op
een wijze die verrassend goed past bij hoe wij in het digitale tijdperk
informatie verwerken: non-lineair en gelaagd. Zijn tekeningen zijn een beeld en
een verhaal tegelijk en de lezer of kijker is vrij er op zijn eigen manier
doorheen te wandelen. Ook al is het pen op papier, het is een direct resultaat
van deze tijd als informatietijdperk.
Ook in het totstandkomingproces combineert Rothuizen oude en nieuwe
media. Hij gaat te voet op onderzoek uit – en daar buiten gebeurt ‘het’ – maar
niet zonder research via Google earth en forums om alle informatielagen van een
plek te bestuderen.
Hij bezoekt steden, wijken, pleinen en huizen, en noteert gaandeweg
wat hij ziet, denkt en voelt. De plekken variëren van de IKEA-showroom en de
rosse buurt tot de slaapkamer van een soldaat die omkwam in Afghanistan, een
detentiecentrum voor illegale immigranten op Schiphol en het achterhuis van
Anne Frank.
Bron
www.janrothuizen.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten