In het kader van het afstudeervak Beeldende Kunst / Toegepaste Vormgeving 2 ga ik op zoek naar deze ruimtes in de echte wereld en vertaal ze naar twee-dimensionale imaginaire vertrekken waar herinneringen en verhalen in opslag gaan.

he•mi•sfeer (de, zelfst.naamw.; m./v.) Uitspraak: [hemi'sfer] Verbuigingen:hemisferen (meerv.) (Oudgrieks: Hεμι (hemi) = half/helft en Sπηαιρα (sphaira) = "bol") kan verwijzen naar: 1. linker of rechter deel van de hersenen medisch; cerebrale hemisfeer; synoniem: hersenhelft; 2. helft van de aardbol, halfrond; zuidelijke of noordelijke hemisfeer.

ver•haal (het, zelfst.naamw. Uitspraak:[vərˈhal] Verbuigingen:ver|halen (meerv.) verslag van echte of gefantaseerde gebeurtenissen - verhalen vertellen, het scheppingsverhaal, vertelling, geschiedenis, persoonlijk verslag geven, op verhaal komen (herstellen van een indrukwekkende of vermoeiende gebeurtenis).

her•in•ne•ring (de; v; meervoud: herinneringen) - het herinneren; dat wat je je herinnert; geheugen. De terugkeer in het bewustzijn van feiten en ervaringen, in de regel uit eigen belevenis als functie van het geheugen.

natasja exel, student dbkv, cohort 2010, beeldend afstuderen: juni 2014, begeleiders: willem tanja - tiemen voorhorst



zaterdag 15 maart 2014

inleiding #2

September 2013
Bij het vak dat volgt op Autonome Vormgeving 5 (zie Inleiding #1), met de intrigerende naam Beeldende Kunst Toegepaste Vormgeving (onderdruk de neiging om leestekens toe te voegen), ontdekt ik mijn eigen geheugen. Dat blijkt nogal een verhaal apart. Want zoals ik al in inleiding #1 schrijf, mijn geheugen gebruik ik vooral als verfraaiing van het verleden. Niet alleen mijn eigen verleden moet daaraan (gewillig) geloven, maar ook het verleden van anderen die met mij in aanraking komen. Zij worden onderdeel van mijn subjectief geheugen.

In dat kader ga ik op zoek naar de samenstelling van een verhaal uit mijn geheugen en verbind daar het gegeven zelfportret aan. Niet in de laatste plaats omdat het eenvoudiger is om jezelf en je eigen geheugen te gebruiken voor onderzoek en daar een plaatje van jezelf bij te doen. Zo wek je niet de indruk dat iedereen zich de dingen zo herinnert. Want dat is zeker niet waar, zie weer Inleiding #1.

En zo kom ik tot de ontdekking dat een verhaal uit mijn geheugen is samengesteld uit vele facetten. Te beginnen met de gebeurtenis of het voorval zelf, aangevuld met beschrijvingen en elementen uit verhalen, literatuur, film, sprookjes, geschiedenis van de wereld, geschiedenis van mijn familie - ouders en grootouders - en een gekleurde kijk op alles in het algemeen.

Ik ga aan het werk en er ontstaan beelden waarin ik probeer een figuratief, verhalend zelfportret te maken. Het sprookje Roodkapje kies ik als vertegenwoordiger / metafoor van alles wat met fantasievolle aanvulling van mijn geheugen te maken heeft.

Ik begin met het maken van verschillende soorten portretten. Met houtskool, syberisch krijt, pastelkrijt en waskrijt. Buiten Roodkapje zijn de Pre-Rafaelisten ook een inspiratiebron, vanwege hun schilder- en tekenwerk dat zij maakten bij verhalen, legendes (o.a. King Arthur), poëzie (o.a. Keats) en sprookjes. In hun werk staat het personage centraal in de weergegeven vertelling.


Een paar voorbeelden van portretten met een verhaal. Als eerste een serie die over een verandering in momentum vertelt;


dan een Pre-Rafaelistische engel, (een treffend zelfportret dat volkomen eer doet aan mijn fantasie);



en uiteindelijk trek ik november 2013 de rode mantel aan, figuratief. Hij zit als gegoten.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten